Skip to content

Inspirerende mensen

Er zijn voor mij veel inspirerende mensen. Al vrij jong werd ik geraakt door een uitspraak van Mahatma Ghandi: ‘de aarde heeft genoeg voor ieder zijn behoefte, niet voor ieder zijn begeerte’. Tot op heden meer dan ooit waar!!

En mogelijk een nog grotere naam: Nelson Mandela. Hij zegt in zijn inauguratie rede iets wat zo belangrijk is en wat nu bv door Michelle Obama ook in haar tweede boek verwerkt is: ‘ jezelf klein maken dient de wereld niet. Als we ons licht laten schitteren, geven we onbewust toestemming aan andere mensen om net zo te zijn. Terwijl we bevrijd worden van onze angsten, bevrijdt onze aanwezigheid automatisch de anderen.’

Dan wat minder bekende mensen die mij bijzonder inspireren, en van hen citeer ik ook een tekst die mij begeleidt, helpt resetten, helpt inzien hoe essentieel het is om van binnenuit antwoorden te durven laten ontstaan.

    • Hans Korteweg in zijn boek ‘Het lot en de liefde’ : ‘Het lot trekt aan ons en duwt aan ons. Het is door ons heen gevlochten. Krachten drijven aan ons, vanbinnen en vanbuiten, ontelbare kleine klokjes tikken in ons en lopen ieder op hun tijd af. En het is alles zo breekbaar. Het lot is niet te begrijpen en niet te doorgronden, maar daarmee zijn we er niet, want het vraagt als de Sfinx uit het klassieke drama om een antwoord. Het neemt geen genoegen met sussende woorden, het laat zich niet met een kluitje in het riet sturen, het blijft een antwoord vragen.’
    • Hanneke Korteweg-Frankhuisen in haar boek ‘Geest en Drift’ : ‘Alles loslaten is werkelijk alles, de laatste gedachte, de laatste beschermende energie loslaten. Alles. Niet omdat het moet, maar omdat de wens zo diep gaat. Je wilt je helemaal nergens meer hoeven spannen. Dit verlangen gaat verder en dieper dan het verlangen naar seksuele bevrediging en intimiteit. Het leeft diep in jezelf. Het verlangen dat daar leeft, is een drang tot wording. Daar ligt het geheim van de liefde te wachten tot het moment dat jij je ervoor wilt openen.’
    • Jaap Voigt in zijn boek ‘Gaza’ waar hij zelf een citaat van Albert Einstein citeert: ‘We zullen ons moeten verzoenen met het feit dat we voor elkaar een mysterie blijven. Elkaar kennen betekent niet alles van elkaar weten, maar elkaar liefhebben, elkaar vertrouwen en in elkaar geloven. We moeten niet het wezen van de ander willen binnendringen. Het is onzedelijk mensen te analyseren. Ook de ziel heeft omhulsels waarvan we haar niet mogen ontdoen. Dat zou een te grote intimiteit geven. Een moeder mag zoiets nog niet eens van haar eigen kind verlangen. Het is dwaas en verkeerd.’

Daarnaast nog minder bekende mensen in mijn leven. Waaronder de vader van één van mijn eerste grote liefdes. Nadat het al geruime tijd tussen zijn zoon en mij over is, belt hij mij en zegt: ‘Het feit dat het tussen jou en mijn zoon over is, betekent het nog niet dat ik niet meer van je houd. Zou je af en toe weer in ons gezin willen zijn?.’

Hij leert mij heel basaal dat Liefde overal doorheen gaat en dat bij ‘elk werk ook strafwerk zit’. Ik vond namelijk dansen erg leuk, maar alles wat er omheen zit niet!! Dus zijn zinnetje komt nog regelmatig in me op.